In dit boek wordt aan de hand van verschillende thema’s een terugblik gegeven op ruim veertig jaar werken in de natuurbescherming en het natuurbeheer in Zeeland. De auteur, Chiel Jacobusse was van 1978 tot 2021 in verschillende functies werkzaam bij Het Zeeuwse Landschap.
Allerlei natuurbelevenissen passeren de revue. Van de ontdekking van een bijzonder bijtje, tot een provincie brede kartering van paddenstoelen. Het gaat over natuurgebieden die maar op het nippertje konden worden veilig gesteld en over de successen, maar ook de mislukkingen bij het beheer van de Zeeuwse natuur.
De onderwerpen die aan de orde komen zijn themagewijs gegroepeerd. Bijvoorbeeld rondom het thema klimaatverandering of het beheer van weidevogelgebieden. Bij de veiligstelling van natuur is er soms sprake van een heuse slag om de ruimte, en ook daarvan wordt uitgebreid verslag gedaan. De financiering van projecten komt uitgebreid aan bod en soms is dat onverwacht boeiende materie. Zo kent dit gevarieerde boek allerlei invalshoeken, met behoud en bescherming van de Zeeuwse natuur als steeds terugkerend thema.
Voor alles staan de planten en dieren in het Zeeuwse landschap centraal. Die komen aan bod in woord en beeld. Het boek is rijk geïllustreerd met foto’s van meer dan 300 in Zeeland levende plant- en diersoorten. Daardoor is het ook een informatief kijkboek geworden.
