Sieg Maandag (1937-2013) is zeven jaar oud als hij wordt bevrijd uit het concentratiekamp Bergen-Belsen. Zijn vader werd daar vermoord, zijn moeder overleefde kamp Beendorf en werd met hem herenigd. Een foto van Sieg die op 9 mei 1945 in het bevrijde Bergen-Belsen langs een rij lichamen loopt, schokte de wereld toen deze verscheen in Life magazine.
Sieg stamt uit een familie van diamantairs. Na de oorlog leeft hij een rijk leven. Hij leert het ambacht van diamantair, reist de wereld over, wordt verliefd, zingt in nachtclubs, schildert honderden schilderijen en vervaardigt keramiek. Ook wordt hij vader en sluit zich aan bij een ashram, een hindoeïstische gemeenschap.
Dit boek concentreert zich op de schilderijen en de keramiek van Sieg Maandag. Het werk kan niet los worden gezien van het trauma van Bergen-Belsen. Zijn kunst verontrust en is tegelijk heilzaam. Zoals alle goede kunst overtuigen de schilderijen en de keramiek ook de kijker die niet bekend is met de achtergrond van de maker.
In het boek komt Sieg Maandag uitgebreid aan het woord omdat hij zijn werk vaak van commentaar heeft voorzien. Dat maakt deze monografie tot een uniek document.
