De Prajnaparamita Soetra wordt wel de moeder genoemd, omdat zij de baarmoeder vormt waaruit alle transcendente wijsheid en alle boeddha's voortkomen. Ze vormt de fundamentele basistekst voor alle boeddhistische scholen van het Mahayana boeddhisme.
In een diepzinnige conversatie tussen de Boeddha en zijn discipelen Shariputra, Subhuti en Ananda wordt het pad van de Bodhisattva, het pad dat naar de uiteindelijke verlichting leidt, onthult.
Anders dan eerdere academische vertalingen zijn deze contemplatieve beschouwingen van veertig passages uit de 'Prajnaparamita Soetra in 8000 verzen'teksten van grote devotionele schoonheid, die poëtisch zijn en spiritueel motiverend.
In het voorwoord door prof. A.F. Thurman worden de historische achtergronden toegelicht van deze radicale Mahayana leer omtrent de ware natuur van de realiteit.
