In 692 wordt rechter Tie gedegradeerd en benoemd tot magistraat van het district Peng-tze, een nederige positie in het keizerlijk bestuursapparaat. Gesteund door zijn trouwe luitenant Tao Gan stelt de rechter in het arme district snel orde op zaken. Tegen de achtergrond van een dreigende hongersnood moet hij een recente moordzaak oplossen: een monnik wordt verdacht van moord op zijn geliefde. En dan is er ook nog het aangespoelde lijk van een onbekende man, ook een monnik. De rechter gaat te rade bij de abt van een nabijgelegen Boeddhistisch klooster. De abt is goed geïnformeerd en blijkt zeer erudiet te zijn. Kan de rechter hem overvleugelen?
Het verhaal is geïllustreerd met houtblokprenten uit oude Chinese bronnen.
Het boek bevat ook een vertaling van een tekst uit de achtste eeuw over het maken van valse beschuldigingen, geschreven door een van de beulen van keizerin Wu. Deze tekst doet rechter Tie rillen - maar ook voor de hedendaagse lezer is dit een opmerkelijke tekst!
