Hond en mens horen al honderdduizend jaar bij elkaar. In de prehistorie werd met de hond gejaagd en bood hij bescherming en gezelschap. Deze functies zijn gebleven maar er zijn vele banen bijgekomen. Denk aan de reddingshond die slachtoffers van rampen opspoort, de blindengeleidehond, de drugshond, de hulphond en zelfs de ‘diagnosehond’ die behulpzaam is bij het vaststellen van ernstige ziekten.
In dit boek worden tientallen functies belicht en natuurlijk wordt er ingegaan op het welzijn van de hond en wordt aandacht besteed aan ‘banen’ die niet bij de hond horen, zoals de kettinghond, proefdierhond en brandweerhond.
Mens en hond voelen zich verbonden, thuis en in hun werk. Dit boek brengt de hond in beeld, als medewerker, collega, helper en als vriend en laat zien dat de hond graag van de mens leert maar dat de mens ook van de hond leert. Waar zouden we zijn zonder onze trouwe hond?
