In deze op feiten gebaseerde roman leidt de Joodse Mordechai Chaim Rumkowski een getto in de Poolse stad ód. Om te voorkomen dat de bewoners naar de dodenkampen worden getransporteerd, probeert hij het getto onmisbaar te maken voor de oorlogsindustrie. Wanneer Rumkowski de opdracht krijgt een groot aantal bewoners op transport te stellen, neemt hij een wrange beslissing: hij vraagt de bewoners om hun kinderen te sturen. Rumkowski gelooft dat hij hiermee juist handelt, omdat kinderen immers niet kunnen bijdragen aan de productiviteit van het getto. Terwijl de angst onder de bewoners groeit, leiden Rumkowski's verwoede pogingen om het getto uit handen van de nazi's te houden ertoe dat het er voor de bewoners steeds onleefbaarder wordt.